Nieuw beslissingmodel voor exportpromotie België

www.dvo.be

Nieuw beslissingsmodel voor exportpromotie België

02 oktober, 2012 - Editie nr. 481

België en Vlaanderen hebben nood aan beter gefocuste exportpromotiestrategieën voor hun goederen en diensten. Professor Ludo Cuyvers (Universiteit Antwerpen) heeft met zijn Zuid-Afrikaanse confrater Wilma Viviers (North-West University) een nieuw beslissingsmodel voor exportpromotie ontwikkeld. Dit model “filtert” statistische gegevens over landenrisico’s en macro-economische performantie van mogelijke invoerlanden, samen met gedetailleerde invoergegevens voor deze landen en data over marktconcentratie, marktaandelen, handelsbelemmeringen en dergelijke. Dit mondt uit in een lijst van 61.051 “realistische exportopportuniteiten” in 106 landen. Deze lijst wordt verder verfijnd door rekening te houden met welke producten reeds in voldoende mate worden geëxporteerd.


Op basis van een schatting van de potentiële exportwaarde per product in de verschillende landen kunnen deze exportopportuniteiten worden geprioriteerd en gegroepeerd.

Ook laat de informatie uit het model inzake invoermarktkarakteristieken op productniveau (grote markt, groeiende markt op kortere en langere termijn) en de Belgische positie op de respectieve invoermarkten toe betere exportpromotiestrategieën uit te werken.

Een vergelijking van de realistische exportopportuniteiten in het recente verleden met de door België ontwikkelde exportpromotie-activiteiten maakt een evaluatie van de exportpromotie mogelijk, maar laat ook toe de ontwikkelde exportpromotie-activiteiten bij te sturen of te heroriënteren.

De methodologie van het beslissingsmodel wordt ook aangepast voor de identificatie van exportopportuniteiten voor diensten, zodat in de exportpromotie aan “packaging” kan worden gedaan van bij elkaar horende en door België voor export aangeboden goederen en diensten op de verschillende uitvoermarkten.

De traditionele instrumenten van exportpromotie, zoals buitenlandse handelsmissies of beursdeelname, leveren voor de industrielanden mindere exportresultaten op dan vroeger. Dat wordt op overtuigende wijze aangetoond door een aantal studies van de Wereldbank.

Bovendien zijn er nieuwe exportlanden en “emerging economies” die op zeer competitieve wijze exporteren en hiervoor tevens de gebruikelijke exportpromotie-instrumenten inzetten.

Natuurlijk zijn ook de beschikbare overheidsmiddelen voor exportpromotie schaars en nopen tot een efficiëntere aanwending. De exportpromotie in geavanceerde industrielanden, waaronder België, staat daardoor voor de belangrijke uitdaging om de schaarse middelen zodanig aan te wenden dat ze door een betere identificatie van de exportopportuniteiten tot een betere focus en beter uitgedachte exportpromotiestrategieën leiden, aldus professor Cuyvers.