NEVAT-voorzitter: 'We hebben een kwaliteitsprobleem'

23 januari 2012

De overheid moet met financiële prikkels de jeugd naar het technisch onderwijs sturen. Dat zegt NEVAT-voorzitter Rindert Wolters. "We besteden in Nederland 33 miljard euro aan onderwijs, dan lijkt me dat we dat geld moeten besteden aan iets waar de markt om vraagt", aldus de vooNederlandse vakkanjers in actie op de Worldskills in Londen, afgelopen najaar. "Wij moeten er zorg voor dragen dat we genoeg creatieve geesten opleiden, zodat we de maakindustrie behouden", zegt NEVAT-voorzitter Wolters. (Foto: Bureau TOP/Olivier Huisman)rman van de toeleverende industrie.

Nederlandse vakkanjers in actie op de Worldskills in Londen, afgelopen najaar. “Wij moeten er zorg voor dragen dat we genoeg creatieve geesten opleiden, zodat we de maakindustrie behouden”, zegt NEVAT-voorzitter Wolters. (Foto: Bureau TOP/Olivier Huisman)

• 

Tijdens de persconferentie ter gelegenheid van de Techni-Show en de ESEF liet Wolters zich uiterst kritisch uit over het onderwijs. "Ik ben er van overtuigd dat als we met een effectiviteitsbril op naar het onderwijs kijken, de tranen ons in de ogen springen. Als we in het bedrijfsleven investeren, meten we voortdurend of dat ook rendement oplevert. De overheid stopt veel geld in het onderwijs, maar meet niet of het ook rendement oplevert."
Zonder goed onderwijs is Nederland verloren, aldus Wolters. Dat we in ons land 33 miljard euro van de totale rijksbegroting van 250 miljard besteden aan onderwijs noemt hij dan ook een 'perfecte investering'. "Maar waar gaat die 33 miljard in zitten? Ik ben bang dat er sprake is van een enorme bureaucratie en dat er veel geld gaat naar dingen waar niemand op zit te wachten."

Kwaliteitsprobleem
Wolters maakt zich grote zorgen over de kwaliteit van het onderwijs en de instelling van de huidige jeugd. Zonder daar een waardeoordeel aan te willen hechten, stelt hij vast dat de jonge mensen van nu veel minder ambitie hebben dan eerdere generaties om leidinggevende functies te bekleden. Een goede balans tussen werken en andere zaken van het leven is tegenwoordig belangrijk. "Het is moeilijk zoeken naar mensen met ambitie, naar carrièremakers."

Daar komt bij dat de kwaliteit van de afgestudeerde in Nederland te wensen over laat. Wolters durft dat te zeggen, omdat hij in het dagelijks leven directeur is van Brabant Alucast, een toeleverancier van gegoten aluminium componenten. Brabant Alucast heeft behalve in Nederland ook vestigingen in Duitsland, Tsjechië, Italië en Brazilië. Wolters kan dus vergelijken en daarbij komt de Nederlandse afgestudeerde er niet goed van af. "We hebben een kwaliteitsprobleem", zegt Wolters onomwonden. "Nieuwe medewerkers die net van een Duitse Fachhochschule komen, dragen binnen een half jaar bij aan ons bedrijfsresultaat. In Nederland houden we hiervoor rekening met een periode van twee jaar. Bovendien moet je afwachten of ze er daarna nog zijn of dat ze vertrekken. Wij zijn al zover dat we vijf engineers aannemen. Daarvan blijven er twee en drie verkassen er voordat we er rendement van hebben."

Creatieve geesten
Dat kwaliteitsprobleem mag het bedrijfsleven zich volgens Wolters ook zelf aanrekenen. "We geven blijkbaar niet goed aan wat we willen en staan het onderwijs toe haar eigen normen te stellen." Hij wil dat vraag en aanbod beter op elkaar worden afgestemd. "Iedereen mag in Nederland zelf kiezen welke richting hij of zij op wil. Dat is leuk, maar moeten we daar 33 miljard euro aan besteden. We voorzien een enorm te kort in het technisch onderwijs. Wij menen dat daar in gestuurd moet worden. Doe dat maar financieel. De jeugd laat zich makkelijk sturen met geld."
Wolters benadrukt dat de jongeren van nu de innovaties van de toekomst bepalen. "Wij moeten er zorg voor dragen dat we genoeg creatieve geesten opleiden, zodat we de maakindustrie behouden."

Zelf kan het industriële bedrijfsleven er ook aan bijdragen dat meer jeugd kiest voor een technische opleiding. Wolters: "we moeten goed in de spiegel kijken. Kijk naar de IT-sector en de banken. Die worden door de jeugd wel interessant gevonden, mede dankzij het mooie pak, de leaseauto, de laptop en iPhone. Die sectoren stoppen er veel energie in om aantrekkelijk te zijn. Wij in de maakindustrie hebben een saai imago. In Duitsland is de waardering voor engineers groot, daar ben je geen sukkel. Hier is dat anders. We hebben er te weinig energie in gestopt om dat beeld te veranderen."