Steeds meer handel met opkomende markten - ook beter internetgebruik zorgt voor meer slagkracht

Geleidelijke groei

Het aandeel van opkomende markten in de Nederlandse export groeit geleidelijk. De export naar Mexico had in 1996 nog een aandeel van 0,1 procent in de totale uitvoer van goederen, in het eerste kwartaal van 2014 was dit 0,7 procent.

Opkomende economieën groeien flink. Zo produceerde een land als Zuid-Korea in 2013 bijna twee keer zo veel goederen en diensten als in 1996. Het IMF verwacht dat deze groei de komende jaren blijft aanhouden.

BRIC-landen

De totale export naar de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China) steeg met 7,1 procent in het eerste kwartaal, terwijl de import met 5,8 procent steeg.

Vooral de handel met China had een opleving. De export naar China nam met 18,5 procent toe, en er werd 16,8 procent meer ingevoerd.

Na enkele jaren stagnatie als gevolg van de economische crisis en verzadiging op de Nederlandse markt vertoont de import uit China dus weer groei. Sinds 2008 is de export verdubbeld tot 7,7 miljard euro.

Gedaald

De waarde van de totale Nederlandse handel met het buitenland is in het eerste kwartaal van 2014 gedaald ten opzichte van een jaar geleden. Het volume van de handel met het buitenland nam wel toe.

Ondanks een fors lagere verkoop van aardgas door de zachte winter, is de Nederlandse export gegroeid met 2,7 procent. De totale import van goederen en diensten steeg met 3,7 procent.

Door dalende prijzen op de wereldmarkt droeg de stijging niet bij aan de Nederlandse economie. Ten opzichte van vorig jaar bleef het bruto binnenlands product (bbp) in het eerste kwartaal van 2014 gelijk.

G7 en België

De waarde van de in- en uitvoer met de G7 (een groep van zeven vooraanstaande geïndustrialiseerde landen) en België nam in het eerste kwartaal af.

Er werd 2,2 procent minder naar deze landen geïmporteerd, terwijl de export met 2,4 procent kromp. Dit zijn voor Nederland van oorsprong belangrijke handelspartners. De tegenvallende handel met de G7 en België verklaart de totale krimp van de internationale handel in het eerste kwartaal.

Multinationals

Het CBS vergelijkt ook Nederlandse multinationals met buitenlandse bedrijven die in Nederland opereren. Het statistiekbureau onderzoekt waarom buitenlandse multinationals productiever zijn dan Nederlandse multinationals.

De conclusie is dat  de omvang van het bedrijf zorgt voor een hogere productiviteit en dus niet, zoals vaak wordt aangenomen, het grotere internationale netwerk van buitenlandse bedrijven. Nederlandse multinationals doen dus niet onder voor bedrijven in Nederland met een buitenlands moederbedrijf.