Basisschool vol met techniek - praktijkonderwijs zorgt voor aanwas techniekleerlingen

Sinds groep drie krijgt Tristan wekelijks techniekles, vertelt hij. Het begon met huisjes bouwen van Lego. In groep vier bouwde hij huisjes met cement en in groep zeven ontwierp hij een zweefvliegtuig. ‘Het moeilijkste was het vliegtuig niet te zwaar te maken. We bouwden hem van papier, ijsstokjes en rietjes.’

‘Het leukste van techniekles is om zelf iets te ontwerpen’, zegt Tristan. Hij vertelt enthousiast over een grote hut van pallets die hij tekende en met klasgenoten onder een brug in IJburg bouwde. Na opmeten ontdekte hij dat er precies een pallet tussen de palen paste, vertelt hij glunderend. Zijn klasgenoot Yensi Wolters (12) komt er bij staan. ‘Hij ontwerpt graag en ik bouw graag.’ Tristan wil graag boswachter worden. Yensi architect. Het mooiste van dat vak lijkt hem ‘huizen ontwerpen zoals jij ze wilt hebben.’

Meester Rik kan goed uitleggen, zegt Zara de Booij (11), een van de meisjes rond de 3d-printer. ‘Je snapt het meteen.’ Meester Rik is ing. Rik Kuiper, de docent wetenschap, natuur en techniek. Kuiper ging na een studie milieukunde naar de Pabo om een onderwijs­bevoegdheid te halen en begon de onderneming Eduscience, die basisscholen ondersteunt met bètaonderwijs. ‘Het is helemaal niet moeilijk kinderen voor techniek te interesseren,’ zegt hij. ‘Ze worden stuk voor stuk enthousiast, of het nu jongens of meisjes zijn.’

De uitdaging zit in het van de grond krijgen van bètaonderwijs zelf. Er is niet alleen geld nodig, maar het kost ook tijd een programma op te bouwen, waarbij je leerlingen van 6 tot 12 iedere week iets te bieden hebt. Hij heeft in de afgelopen zeven jaar een website vol opdrachten en twee klaslokalen vol materialen en gereedschappen opgebouwd. Kuiper laat de leerlingen vaak in tweetallen opdrachten uitvoeren. De opdrachten variëren van onderzoek naar waterdiertjes en luchtkwaliteit tot het ontwerp van een stofzuiger of vliegtuigvleugel. ‘Ze variëren van verkennen en bedenken tot ontwerpen, maken en verbeteren.’

Er is veel aandacht voor het vak van ingenieur. Daltonschool Neptunus is partner in het Europese project Engineer, dat tot doel heeft docenten te leren hoe ze leerlingen de probleemoplossende principes van het ingenieursvak bij kunnen brengen.

De school is speciaal gebouwd als school met een wetenschap-, natuur- en techniekprofiel, vertelt Kuiper. ‘Er is bij de bouw al rekening mee gehouden. De hele derde verdieping met twee lokalen en een daktuin is voor bètaonderwijs bestemd. Super-de-luxe.’ De school beschikt over een weerstation, een zonnepaneel en een met een fietswiel gebouwde windmolen.

Kuiper heeft geen eigen klas en hoeft de technieklessen er daarom niet bij te doen, zoals op sommige scholen gebeurt. Hij kan zich volledig concentreren op de wetenschap, natuur- en technieklessen.

Jan Daams, voorzitter van Ir. W. Maas Geesteranus Fonds, reikt de prijs van € 5.000 uit. De Techniektrofee voor basisscholen is een initiatief van dit fonds en TechniekTalent.nu, een samenwerkingsverband van technische sectoren, werknemers- en werkgeversorganisaties. ‘Het doel van deze prijs is aandacht vragen voor techniekonderwijs en andere scholen wakker schudden,’ zegt Daams. ‘Deze school ademt techniek. Ze geven heel gestructureerd wekelijks techniekles, niet één keer per jaar een weekje.’ Een van de redenen om deze school unaniem de prijs toe te kennen, is het feit dat ze hun kennis en ervaring met bètaonderwijs delen met andere scholen, zegt Daams. ‘"Kom maar bij ons kijken", zeggen ze tegen andere scholen.’