Concurrentievermogen van NL economie dreigt in zwaar weer te komen - beter gebruik van internet essentieel

Hoewel de hoeveelheid radicale innovaties en incrementele innovaties op het hoogste niveau staan sinds het begin van de meting van deze Monitor in 2006, dreigt het concurrentievermogen van Nederlandse bedrijven op de langere termijn in gevaar te komen. Volberda stelt: ‘De investeringen in Onderzoek & Ontwikkeling (R&D) en ICT zijn opnieuw gedaald en deze dalende trend is al sinds 2009 aan de gang.'

Cruciale partners

Nederlandse bedrijven werken vooral samen met klanten, andere interne afdelingen, en leveranciers, terwijl samenwerking met deze externe partners een relatief beperkte bijdrage levert aan innovatiesucces. Nederlandse bedrijven laten diverse cruciale samenwerkingspartners voor innovatie relatief links liggen, namelijk universiteiten en andere hogere onderwijsinstellingen, publieke en private onderzoeksinstituten, consultants en open innovatie intermediairs. Volgens Volberda is ‘samenwerking met de ‘less-usual suspects', zoals onderzoeksinstituten, onontbeerlijk om fundamenteel nieuwe kennis te ontwikkelen wat noodzakelijk is om het lange termijn succes van een bedrijf een boost te geven. Familiebedrijven kunnen hierbij als voorbeeld worden gezien.'

Familiebedrijf

Familiebedrijven scoren 4 procent hoger op radicale innovatie dan niet-familiebedrijven. Ook presteren zij 2,5 procent  beter en zijn familiebedrijven meer actief met co-creatie (+5,5 procent) en dynamisch managen (+2,7 procent). Niet familiebedrijven daarentegen scoren hoger (4,3 procent) op incrementele innovatie en investeren meer in slimmer werken (3,6 procent). ‘Familiebedrijven hebben minder oog voor de kwartaalcijfers, maar meer aandacht voor de levensvatbaarheid van het bedrijf op de langere termijn. De kracht van familiebedrijven zit vooral in het management en co-creatie', aldus Volberda.

Maakbedrijven

In vergelijking met dienstverlenende bedrijven scoren maakbedrijven hoger op de hefbomen dynamisch managen en co-creatie. Dienstverlenende bedrijven daarentegen kennen een hogere mate van flexibel organiseren. De hoogste mate van radicale innovaties is aanwezig bij bedrijven die zowel producten als diensten leveren. Volgens Henk Volberda ‘bieden de aanwezigheid van zowel maakactiviteiten als dienstverlenende activiteiten mogelijkheden voor synergie. En bedrijven die een balans hebben tussen maakactiviteiten en dienstverlenende activiteiten hebben meer een focus op het waarde creëren met en voor klanten in plaats van alleen het verkopen van een product of dienst.' Nederlandse bedrijven scoren 9 procent hoger op radicale innovatie en 3 procent hoger op slimmer managen, organiseren en werken in vergelijking met vestigingen van buitenlandse bedrijven in Nederland. Vooral op de hefbomen flexibel organiseren (+12 procent) en dynamisch managen (+6 procent ) doen Nederlandse bedrijven het goed.

Opsteker

Buitenlandse bedrijven zijn wel meer actief met co-creatie (3 procent). Volberda noemt deze bevindingen een opsteker voor de Nederlandse economie en ziet in de internationalisering van het managementteam en verplaatsing van hoofdkantoor juist het innovatievermogen afnemen.

Inscope Conference

Deze resultaten zijn gepresenteerd tijdens de Inscope Conference op woensdag 27 november. Ook is de Erasmus Innovatie Award uitgereikt aan de meest innovatieve onderneming van Nederland. Voor de maakindustie was Machinefabriek Boessenkool uit Almelo genomineerd samen met DSM en Philips. Helaas ging de prijs aan Boessenkool voorbij.

www.inscope.nl